Praktijk voor natuurgeneeskunde – Orthomoleculair therapeut – Systemisch therapeut Begeleider Metabolic Balance

Archief voor de ‘zwangerschap’ Categorie

Jodiumtekort en intelligentie.

Kinderen met een jodiumtekort hebben ca. 7 tot 10 minder IQ-punten dan kinderen met voldoende jodium. Dit geldt ook voor kinderen van moeders met een lage jodiumstatus.

Jodium is nodig voor de productie van schildklierhormoon. Dit is een belangrijke gangmaker voor ontwikkeling en groei.  Jodium is daarom cruciaal tijdens de zwangerschap, omdat tijdens die periode de fundamenten gelegd worden voor een optimale ontwikkeling van de hersenen.

Suppletiestudies bij kinderen van 5 jaar oud tonen aan dat jodium voor of tijdens de zwangerschap het IQ bij het kind verhogen (+ 7,4 punten).

In de meeste studies werd weinig rekening gehouden met indirecte invloeden. Bijvoorbeeld, moeders die extra jodium krijgen, zouden zich energieker en minder depressief kunnen voelen. Dat zou dan indirect een gunstige weerslag kunnen hebben op de opvoeding van het kind.

Referenties: 

Bougma K, Aboud FE et al. Iodine and mental development of Children 5 years old and under: A systematic review and meta-analysis. Nutrients 2013, 5, 1384-1416; doi:10.3390/nu5041384

Waarom zwanger worden met een normaal lichaamsgewicht?

Factoren in de baarmoeder hebben grote invloed op wat er in het latere leven gebeurt: de zgn. foetale programmering.

Volwassen vrouwen hebben gemiddeld 34% meer lichaamsvet dan mannen. Hier zijn 2 belangrijke redenen voor, de eerste is dat tijdens een groot deel van de zwangerschap de energie voor moeder zelf uit haar lichaamsvet moet komen, aangezien de foetus voor het grootste gedeelte haar bloedsuiker(glucose) gebruikt. De andere reden is dat tijdens de borstvoeding het vet van billen en dijen voor een groot gedeelte gebruikt wordt voor o.a. de ontwikkeling van de hersenen van de baby.

Vetopslag bij vruchtbare vrouwen op de billen en dijen is dus normaal. Vrouwen behoren geen overmatig buikvet te hebben.

Het lijkt erop dat de evolutie ons in de baarmoeder vooral tegen ´ondervoeding´ beschermde en minder tegen ´overvoeding´. Dit is logisch gezien er niet elke dag voeding voor handen was.

In onze maatschappij treedt gemakkelijk overvoeding op. Als er dan tijdens de zwangerschap teveel energie naar de foetus gaat wordt deze gestimuleerd om meer insuline aan te maken. Foetale insuline zorgt ervoor dat de zich ontwikkelende vetcellen in aantal toenemen. Deze baby’s worden dus geboren met meer vetcellen. Dit betekent dat ze in hun leven meer capaciteit hebben om vet op te slaan en zij hebben daardoor sneller met obesitas te maken.

Conclusie: hoe dikker de moeder, hoe dikker de nakomelingen.